Boudewijn II (ca. 1064 - in Bithyni? 1098), graaf van Henegouwen van 1071 tot 1098, tweede zoon van Boudewijn I, volgde zijn oudere broer Arnulf I (Arnulf III in Vlaanderen) op, die sneuvelde in de slag bij Kassel. Als gevolg van deze slag moest Boudewijn Vlaanderen afstaan aan Robrecht I de Fries. Hij slaagde erin Henegouwen te behouden voor zichzelf en zijn moeder Richildis, dankzij de steun van de Luikse prins-bisschop Theoduinus, van wie zij voortaan Henegouwen in leen hielden. Boudewijn regeerde tot 1076 onder het regentschap van zijn moeder. Pogingen om het graafschap Vlaanderen opnieuw te veroveren mislukten. Boudewijn vertrok in 1096 naar de eerste kruistocht, tijdens welke hij werd vermoord.