oorspronkelijk Alfonso Ramirez (ca. 1104 - Fresneda aug. 1157), koning van Le?n en Castili? van 1126 tot 1157, zoon van Raymond van Bourgondi? en kleinzoon van Alfons VI, wiens keizerstitel hij in 1135 overnam. Hij regeerde sedert 1119 in Galici?. Zijn jeugd werd vertroebeld door de strijd tussen zijn moeder Urraca en haar tweede gemaal, Alfons I van Arag?n, om de heerschappij over Castili? en Le?n. Eerst bij de dood van Urraca (1126) liet zijn stiefvader zijn aanspraken varen. Zijn verovering van Calatrava en Almer?a (1147) en andere overwinningen vergrootten wel zijn prestige, maar droegen weinig bij tot de verdere uitbreiding van het grondgebied. In 1157 verloor hij echter Almer?a, en C?rdoba kon hij slechts drie jaar bezetten. Toen in 1146 de invasie van de Almohaden begon, sloot hij zich bij de Almoraviden aan om de Almohadische expansie in Zuid-Spanje tegen te houden. Ondanks het gezag dat aan de keizerstitel kleefde, kon Alfons de tendensen naar autonomie niet tegenhouden en niet beletten dat Portugal zich in 1140 onafhankelijk verklaarde. Bij zijn dood werd het rijk verdeeld onder zijn twee zoons: Sancho III kreeg Castili? en Ferdinand II Le?n.