koning van Le?n en Castili? van 1065 tot 1109, was de tweede zoon van Ferdinand I. Zijn oudste broer, Sancho van Castili?, zette hem echter met geweld af. Alfons vond een toevlucht aan het hof van Yahia I, koning van Toledo, waar hij de Moorse politiek van nabij leerde kennen. Sancho's dood bij Zamora (4 okt. 1072) bracht hem op de troon van Castili?; daarna kon hij Galici? bezetten en in 1076 maakte hij zich meester van een deel van Navarra. Omstreeks 1077 nam hij de titel aan van Imperator totius Hispaniae ( 'keizer van heel Spanje'), waartegen de overige christelijke vorsten zich niet verzetten. Van 1072 tot 1086 beheerste zijn militair genie geheel Spanje en maakte de reconquista grote vorderingen. Op 6 mei 1085 nam hij Toledo in, wat hem een groot gezag bezorgde. Het Moorse koninkrijk Zaragoza was ondertussen reeds onder de voogdij gebracht van Rodrigo Diaz de Vivar, bijgenaamd El Cid, zodat de eigenlijke grenzen van de christelijke heerschappij reikten tot de Taag. Daarenboven werden de Ta?fakoninkrijken gedwongen zijn suzereiniteit te erkennen en hem tribuut te betalen.
Hij betoonde zich zeer verdraagzaam tegenover de godsdienst en de cultuur van zijn nieuwe Moorse onderdanen, maar daar verzetten de Franse monniken van Cluny, die hij in Spanje gebracht had om er de kerk te hervormen, zich tegen. Onder Bernardus, aartsbisschop van Toledo, kantten zij zich tegen verdraagzaamheid en drongen zij aan op liturgische en andere hervormingen, die erop gericht waren Spanje nader tot de rest van Europa te brengen. In die zin werd het Mozarabische of specifiek Spaanse rituaal vervangen door het Romeinse. Alfons zelf beging de fout de Moorse vorstendommen te zwaar te belasten, zodat deze de Almoraviden van Noord-Afrika om hulp vroegen. Deze versloegen hem op 23 okt. 1086 bij Zalaka.
Tijdens de rest van zijn bewind voerde hij een wanhopige strijd om een reeks nederlagen te overleven. Hij werd waarschijnlijk van de ondergang gered door de neiging tot desintegratie in het Almoravidische leger en door de politieke onbekwaamheid van de Almoraviden. Deze leden de nederlaag toen El Cid in 1094 Valencia innam. In 1108 leed Alfons bij Uccl?s opnieuw een nederlaag. In die slag werd ook zijn erfgenaam Sancho gedood.
Alfons beschermde de internationale handel en de pelgrimstochten naar Santiago de Compostela. De laatste twintig jaar van zijn leven was hij niet meer de hoofdfiguur in het christelijke Spanje; deze rol was overgenomen door El Cid.