Hij wordt in dit jaar vermeld als opvolger van Jan Geertse, samen met de andere meijer Jan Jansen. Zij bewonen dan samen een dubbel huis.
In 1730 schouwt H. Bartelink de gewassen op de Bruinehaar, Albert Jansen ene Jan Jansen hebben samen 25 vijmen Rogge en 21 vijmen Boekweit.
1731 vermeld als nagelaten zoon van meijer Jan Geertse van Geesteren.
In 1742 wordt het dubbele huis vervangen door 2 boerderijen; de Jansboer en de Albertsboer.
In 1743 wordt Albert Jansen genoemd in een pachtcontract voor de halfscheid van de Bruinehaar voor F 25,00.
Op 17-4-1748, betaald Albert Jansen de zgn. Liberale Gift, voor hem, zijn vrouw, kinders en oude moeder. Allemaal voor F 100,00. in Vier termijnen. Met name worden genoemd; Albert Jansen getr. met Geesje Jansen en 4 kinderen: Jan 9 jaar, Stijne 5 jaar, Gerrit 3 jaar en Jannes 14 dagen oud. Bij de Volkstelling 1748 wordt de jongste nog niet genoemd.
Bij een geschil met de boeren van Sibculo, in 1749, noemt hij zich Albert Jansen van de Bruinehaar, op het klooster Sibculo geboren en opgevoed en ca 40 jaar oud.
Bij een opsomming van huizen op de Bruinehaar (gebouwd tussen 1682 en 1750) staat op 22-12-1750 vermeld: Albert Jansen wonende op de Bruyne Haer, een huijs en een vuurstede en het nieuwe aangegravene land, aangeslagen op de somma van F 300,00. Groot 4 Mudde. Toegevoegd is: Volgens opgave Sibculo, afgebroken het huijs van Albert Jansen.
In 1757 staat hij borg bij het verhuren van Veengrond doorde Graaf van Rechteren aan Harmen Meijer en Jan Berends op de Striepe.
In 1762 is hij aanwezig op een openbare verkoop te Sibculo.
In 1766 wordt hij genoemd in de een memorie van de Ymen staand op de Bruine Haer
Tussen 1770 en 1780 bij bij processen over grensverschillen is hij getuige. Hij zegt dan omtrent 64 jaar te zijn, niet op het Bruinehaar geboren, maar er ruim 50 jaar gewoond hebbend. Hij woont dan in het oude huis.