Aantekeningen |
- 19 februari 1823: Genoemd in schoolrapport 1822 als hebbende uitgemunt in gedrag en vorderingen: Jelle, Gerrit en Klaas Gerritsma
Op 01-06-1830 dienstbaar buiten de kolonie, op 20-10-1830 ontslagen.Gerrit is in 1831 ingelijft bij de Nationale Militie bij het Regiment Huzaren.
Hij is ontslagen uit dienst in 1838 en op 01-05-1838 weer in de kolonie opgenomen.
Bevolkingsregister van de Maatschappij van Weldadigheid
Gerrit Tjalling Gerritsma, geboren op 14-04-1809; plaats van herkomst: Frederiksoord; godsdienst: kath.; aangekomen op 22-04-1841; ingeschreven in Frederiksoord als kolonistenvader; vertrokken op 17-04-1855.
Ingeschreven als wonende op hoeve: 33 (inv.nr. 1350); 104 (inv.nr. 1350); 104 (inv.nr. 1351).
Verder wordt gelezen een Proces Verbaal van den Raad van toezigt van kol. N1. van den 2 dezen maand houdende beschuldigingen tegen den kolonist G.T. Gerritsma wegens verzet en mishandeling den Wijkmeester J.A. Uhl aangedaan.
De beschuldigde, binnen geroepen zijnde, kan niets tot zijne verschooning in brengen.
De Raad gelet op Art 2 § a en Art 3 § 1 van het Reglement van tucht, waarbij opsluiting van drie tot acht dagen in de strafkamer op dat misdrijf is gesteld
Besluit:
G.T. Gerritsma de straf op te leggen van acht dagen opsluiting in de strafkamer en het huisgezin in eene anderen wijk te doen overplaatsen, hetwelk hem, hij daartoe binnen geroepen zijnde, door den President wordt kenbaar gemaakt.
Aldus gedaan in den Raad te Frederiksoord, den 4e Junij 1842,
Daarop verschijnt voor den Raad volgens meermalen genoemd proces-verbaal Gerrit Tjalling Gerritsma oud 30 jaren, die op den 25 April JL voor den Raad was geroepen, wegens het kappen van een Dennenboom in het Sterrenbosch, doch toenmaals bij afwezigheid niet verschenen.
De beschuldigde ontkent immer eenig hout in het bosch te hebben gehakt.
Gehoord de getuigen Meijer van den Bosch, Verboom en Bresler, allen boschwerkers, welke verklaren gezien te hebben, dat den beschuldigde en geen ander, daar zij zelfs met hem hadden gesproken, de bedoelde boom heeft gehakt.
De Raad, overwegende, dat er geen de minste reden bestaan, om den afgelegde verklaring der genoemde getuigen in eenige twijfel te trekken, houdt het gepleegde feit voor bewezen.
Gezien Art 2 § e en Art 3 § 3 van het Reglement van tucht, waarbij opsluiting van acht dagen in de strafkamer op dat misdrijf is gesteld.
Besluit
Gerrit Tjalling Gerritsma de straf op te leggen van acht dagen opsluiting in de strafkamer, hetwelk hem, hij daartoe binnen geroepen zijnde, wordt kenbaar gemaakt.
Op vertrekdatum gehuwd ontslagen.
Bijzonderheden: Is kolonistenzoon,zie boek 6 blz.417.
Op aankomstdatum gehuwd en geplaatst op de hoeve van zijn schoon- ouders in kol. I, Frederiksoord. Op 17-04-1855 als bouwboer naar Ommerschans, hoeve I.
Gerrit en zijn familie komt vanuit Vledder op 25-05-1855 in Avereest,wijk H nr 32, wonen.
Ook zijn schoonvader, Cornelis van Os komt op dit adres te wonen.
Gerrit Tjalling en zijn vrouw Johanna vertekken na februari 1875 naar Erica (Dr.)
Bevolkingsreg. gem. Avereest, periode 1850-1859, wijk I, blad 079
wijknummer:I073
Beroep:
- in 1850
- op hoeve nr 49
- te Erica in 1878
Verblijfplaats:
- Ommerschans
- Het huis waar B.Maatje, de broer van Opa Nicolaas, woonde, naast smid Töller
Overleden:
- Van Gerrit is ook het bidprentje bewaard gebleven.
|