J.B. Einhaus vertrok in mei 1876 naar Erica , tegelijk vanuit Slagharen ging ook B.Masselink mee naar Erica als knecht.
Berend Masselink, geboren te Ambt. Hardenberg op 08-10-1859; beroep: schoenmaker; overleden te Noordbarge (Emmen) op 10-02-1900
J.B. Einhaus was vrijgesteld voor de Nationale Militie in 1857 vanwege "ligchaamsgebreken"
Verhaal van Bernarda wat haar moeder Margaretha Einhaus vertelde:
Hij was geen "fijne"man en hard voor zijn kinderen. Zijn dochter Margaretha moest een keer op hun koe passen toe deze het kanaal in liep. De koe zat onder de drek. Margaretha en zus Helena kregen allebei behoorlijk op hun blote achterste van hun vader met een twijg die ze zelf moesten aanwijzen uit een boom.
Een ander verhaal is dat hij nogal hard en nors was tegen zijn personeel dat hij had in zijn schoenmakerszaak. Als er eens iemand op zijn stoel ging zitten dan kon degene ervan op aan dat hij een klap met de hamer voor zijn knie?n kreeg als hij niet opstond. "Heb joe doar pacht vuur betaald!" zei J.B. dan.
getuigen van de doop zijn die Unverehelichte Anna Thekla Einhaus, dienstmagd zu Wietmarschen en der Unverehelichte Johann Bernard Heilker zu Wietmarschen
Overleed aan een nierziekte vlgs Bernarda Assen, zijn kleindochter. Zijn buik was heel dik opgelopen en leed veel pijn. Hij is zelfs voor behandeling naar het ziekenhuis naar Leiden geweest maar daar kon men hem ook niet helpen.