bijgenaamd de Sali?r (ca. 990 - Utrecht 4 juni 1039), Duits koning sedert 1024 en Duits keizer van 1027 tot 1039, uit het Salische Huis, was hertog van Frankenland en een neef van zijn voorganger, Hendrik II. Diens dood werd in Itali? gevolgd door een explosie van verzet tegen de Duitse overheersing. Koenraad trok over de Alpen en liet zich te Milaan tot koning van Itali? (23 maart 1026) en te Rome tot keizer (26 maart 1027) kronen. Zijn afwezigheid werd uitgebuit door de hertog van Zwaben en enkele andere vorsten, die hij echter wist te verslaan. Hij drong de Polen terug over de Oder en dwong hen en de Bohemers zijn leenheerschappij te erkennen. Hij overmeesterde het koninkrijk Bourgondi? (of Arles) (kroning 2 febr. 1033).
Vooral in Itali? wilde een aantal bisschoppen zich aan het keizerlijk gezag onttrekken. Sommigen zochten daarom toenadering tot de hoge adel. Door deze blokvorming werd de macht van de keizer ondermijnd. Koenraad reageerde hierop door zich te verzekeren van het bondgenootschap van de lagere adel, zowel in Itali? als in Duitsland. Hij nam een opstand van deze leenmannen van de grote heren en van de bisschoppen tegen Aribert, aartsbisschop van Milaan, te baat om de Constitutio de feudis uit te vaardigen (mei 1037). Hierin werden de lenen erfelijk verklaard, wat aan de lagere adel ten goede kwam, daar de grote heren en de bisschoppen zich reeds eigenmachtig dit voorrecht hadden toege?igend. Tevens konden deze kleine leenmannen ook steeds een beroep doen op de keizerlijke rechtbank tegen alle willekeurige ontvreemdingen van de kant van de grote leenheren en de bisschoppen. De regering van Koenraad II luidde het einde in van de politiek van de Ottoonse keizers, die vooral steunde op de bisschoppen, die volledig aan de keizer ondergeschikt waren.