Hofmeier van Neustri? (741), Koning der Franken (751) nadat de laatste Merovingische koning Childerik III onder het luikend oog van de Paus bij een staatsgreep was afgezet en opgesloten in de Abdij St.Bertijns. Hij sloot in 752 onder bemiddeling van de Engelse zendeling Bonifatius een bondgenootschap met paus Stefanus II; in 754 werd hij door paus Stefanus III tot koning gezalfd Veroverde het Esarchaat van Ravenna en schonk het aan de paus (begin van de Kerkelijke Staat)
sedert de 11de eeuw bijgenaamd de Korte (ca. 715 - Saint-Denis 24 sept. 768), Frankisch hofmeier en koning, was de tweede zoon van Karel Martel en diens echtgenote Rotrudis. Bij de dood van zijn vader (741) nam hij samen met zijn oudere broer Karloman I het gezag over en verkreeg als te beheren gebieden de westelijke gedeelten van het Frankische Rijk. In 743 werd op hun initiatief weer een Merovingische koning, Childerik III, op de troon geplaatst. Gedurende jaren moest er door beide hofmeiers gestreden worden. Ook de toestanden in de kerk werden in ruime mate gesaneerd, dankzij de hervormingsactie die Bonifatius, in opdracht van de twee hofmeiers, sedert 742 voerde.
Pippijn regeerde sedert 747 alleen. Met de morele steun van het pausdom deed hij in 751 een staatsgreep. Hij liet zich door zijn partijgangers onder de aristocratie tot koning verkiezen en om aan zijn aangematigd gezag een schijn van legitimiteit te geven, liet hij zich, een ritus uit het Oude Testament weer tot leven roepend, door Bonifatius en andere bisschoppen tot koning der Franken wijden; de laatste Meroving werd in de abdij Sint-Bertijns opgesloten. Kort daarop deed paus Stefanus II, door de Longobarden in het nauw gebracht, een beroep op Pippijn. Hij trok naar Francia, sloot met Pippijn een bondgenootschap, voltrok aan hem nogmaals de koninklijke wijding en verleende hem de titel van patricius Romanorum. Pippijn ondernam twee krijgstochten naar Itali? tegen de Longobardische koning Aistulf (754, 756) en dwong hem de gebieden rondom Ravenna die hij op Constantinopel had veroverd, aan de paus over te dragen (de Schenking van Pippijn). Aldus werd, door de vereniging van deze gebieden met Rome en omgeving, waar de paus effectief meester was, de basis gelegd voor de Kerkelijke Staat. De laatste jaren van Pippijns regering werden grotendeels in beslag genomen door de herovering van Septimani? op de Arabieren (752-759) en de onderwerping van Aquitani? (760-768); aldus werd het zuiden van Galli? weer rechtstreeks in de Frankische monarchie ge?ntegreerd. Pippijn de Korte verdeelde bij zijn overlijden zijn rijk onder de zonen van hem en zijn echtgenote Bertrada, Karel (de Grote) en Karloman.