Unico Ripperda, was hoofdeling en proost van Farmsum en Loppersum (*1413). Hij huwde Ulske Ukena, erfvrouwe van Oosterwijtwerd, Herwen en Dijkhuizen, dochter van Focko, heer van Brokum en Aurich, en Hiddeke Ripperda (B1). Hij huwde haar na † van haar vader, met wie praktisch alle protestantse vorstenhuizen in Europa zijn verbonden. Zij bracht Oosterwijtwerd en de borg Dijkhuizen aan de Ripperda’s.In 1473 en 1474 maakte Unico samen met Johan Rengers tot Scharmer en Dijksterhuis deel uit van een gezantschap van de Stad (Groningen) en Ommelanden naar keizer Frederik III te Keulen, ter bevestiging van hun oude vrijheden. In 1474 wordt Unico tot rijksvrijheer (rijksbaron) verheven: “Durch Urkunde des Kaisers Friedrich III. vom Mittwoch nach Heil. 3 Könige 1474 wird er und seine Nachkommen für ewige Zeiten als Reichsunmittelbarer Häuptling und Freiherr vom Kaiser anerkannt und erhielt das Recht, Münzen zu schlagen, sowie die oberste Rechtssprechung in seinen Besitzungen auszuüben.” Uni