Henglias-Hengelo

Deel Print


Baron Herman Ripperda

Mannelijk na 1548 - 1623  (< 73 jaar)


Persoonlijke informatie    |    Aantekeningen    |    Alles    |    PDF

  • Naam Herman Ripperda 
    Titel Baron 
    Geboorte na 1548  Olst, Kasteel Boxbergen Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie 
    Geslacht Mannelijk 
    Beroep Drost of Haaksbergen & Delden 
    Overlijden 6 feb 1623 
    Persoon-ID I1221  Kwartierstaat Einhaus-Vosmer-Meulman-Berends
    Laatst gewijzigd op 29 jul 2023 

    Vader Unico Ripperda,   ged. 10 dec 1503, Goor Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatieovl. 6 okt 1566, Wesepe Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie (Leeftijd ~ 62 jaar) 
    Moeder Judith van Twickelo,   geb. ca. 1510, Delden Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatieovl. 23 nov 1554, Goor Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie (Leeftijd ~ 44 jaar) 
    Huwelijk 1531 
    Gezins-ID F1737025537  Gezinsblad  |  Familiekaart

    Gezin Margaretha von Heyden tot Ransdorp,   geb. ca. 1550, Borculo Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatieovl. Ja, datum echter onbekend 
    Huwelijk 1569 
    Type: civil 
    Aantekeningen 
    Getrouwd:
    • Herman Ripperda trouwt in 1569 met Margaretha van Heiden (of Heyden), dochter van Wennemar van Heiden en Agnes van Reede. Het paar bouwt een huis dat bekend wordt als het Hof te Boekelo. Herman is holtrichter van Woolde, ritmeester van het staatse leger en na de bevrijding van Twente in 1597 commandant van de schutterij in Delden.
    Kinderen 
     1. Barones Jaspera (Caspara) Ripperda,   geb. ca. 1585   ovl. na 13 okt 1658, Enschede Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie (Leeftijd ~ 73 jaar)
    Gezins-ID F1737025535  Gezinsblad  |  Familiekaart
    Laatst gewijzigd op 2 feb 2025 

  • Aantekeningen 
    • Al jong diende hij in buitenlandse krijgsdienst en vocht nota bene onder Johan von Plettenberg en de hertog van Brunswijk voor koning Filips II van Spanje tegen zijn eigen vaderland. Derhalve werd hij door zijn vader onterfd en verloor zijn deel van een enorme nalatenschap. Desalniettemin schijnt hij zich met geweld op Boculo gevestigd te hebben. Hij bracht ook enige tijd door met zijn zuster Judith en Christopher v. Schele. Hij was echter door het harde krijgsleven zo ruw geworden, dat het tot menig meningsverschil kwam, en hij derhalve de Schelenburg snel weer moest verlaten. 1593 werd hij, na † van zijn broer Eggerik, beleend met Boxbergen, inclusief de schuldenlast, en was van 1602-1612 lid van de ridderschap van Overijssel. Hij is te Osnabrück „in drunckenschap sijn peerd op de straet piqueerende“ gevallen en brak een been, waardoor hij verlamd raakte.